Cookievoorkeuren
InstellingenIk ga akkoord

Veilig gebruik heftrucks en andere mobiele transportmiddelen (BRANCHEAFSPRAAK)

Aanrijdingen en andere ongevallen met heftrucks en andere rijdende transportmiddelen komen nog te veel voor. Deze zijn tegen te gaan door een goede inrichting van het gebouw en terrein, maar vooral door veilig gedrag van gebruikers. Naast veiligheidsrisico’s zijn er ook gezondheidsrisico’s verbonden voor gebruikers. Een belangrijk deel van de medewerkers in de sector maakt gebruik van mobiele transportmiddelen. Om te zorgen dat gebruikers en omstanders geen ongevallen overkomen zijn op sectorniveau afspraken gemaakt over een veilig en gezond gebruik van mobiele transportmiddelen.

Voor een veilige inrichting van de werkomgeving waar mobiele transportmiddelen gebruikt worden zie het onderdeel ‘Veilige magazijninrichting’. Wat betreft het veilig gebruiken van de mobiele transportmiddelen zijn de volgende onderdelen in uw arbobeleid vereist:

  1. Aanwijzen van verantwoordelijke persoon die toeziet op alle maatregelen voor veilig gebruik van transportmiddelen.
  2. Bepalen wie, onder welke voorwaarden, welke mobiele arbeidsmiddelen mag bedienen: duidelijke afspraken maken dat alleen aangewezen medewerkers werken met deze middelen.
  3. Zorgen dat de gebruikers voldoende opgeleid zijn en blijven, om de middelen veilig te gebruiken en zich te houden aan de voorschriften voor geoorloofd gebruik.
  4. Zorgen dat de veilige werkwijze ook in de praktijk wordt toegepast (bewust houden en toezicht houden).
  5. Het zorgen dat de gebruikte transportmiddelen veilig zijn.

Om hier invulling aan te geven worden in deze brancheafspraak richtlijnen gegeven en hulpmiddelen geboden.

Brancheafspraak 1: geoorloofd gebruik

  • Degene die in het bedrijf is aangewezen als verantwoordelijke bepaalt het ‘toestaan van gebruik’ van mobiele arbeidsmiddelen en toetst minimaal op de criteria van de Arbocatalogus.
  • Voor alle aangedreven mobiele transportmiddelen is bepaald aan welke (opleidings-) eisen de gebruiker moet voldoen om er mee te mogen werken. Dit geldt voor alle aangedreven transportmiddelen: w.o. elektrisch aangedreven palletwagens, elektrische pallet truck (EPT), orderverzameltrucks, heftrucks en reachtrucks. De inventarisatie gebeurt minimaal op het niveau zoals is beschreven in het praktijkvoorbeeld ‘Modulaire opbouw opleiden mobiele arbeidsmiddelen’.
  • Er is een nadere inventarisatie gedaan van werkzaamheden waarbij een risico op kantelen van de heftruck of reachtruck denkbaar is. Hiervoor zijn zo nodig specifieke maatregelen genomen en instructies gegeven aan de gebruikers.
  • Als gebruik gemaakt wordt van opzetstukken of andere aanpassingen aan het transportmiddel, dan wordt hiervan apart aangegeven onder welke voorwaarden deze gebruikt mogen worden en door wie.
  • Als mobiele transportmiddelen waar op meegereden wordt meer dan twee uur per dag door de medewerker gebruikt worden, dan zijn instructies gegeven hoe te hoge trillingsbelasting wordt tegengegaan (rugschade voorkomen).

Brancheafspraak 2: alleen voldoende opgeleide en geïnstrueerde gebruikers bedienen de middelen.

Medewerkers die transportmiddelen gebruiken zijn daarvoor toereikend opgeleid of geïnstrueerd. Hiervoor gelden de volgende afspraken:

  • Voor het gebruiken van transportmiddelen geldt als minimumvereiste dat de persoon een bij de taken passende opleiding en instructie heeft gehad en de vaardigheden ook op voldoende niveau heeft gehouden. Het hebben van een basis heftruckcertificaat is niet voor alle taken toereikend. Passende opleiding en instructie voldoet aan de brancheafspraak ‘Opleiding veilig gebruik mobiele arbeidsmiddelen’. Voordat een medewerker met een arbeidsmiddel gaat werken wordt beoordeeld of deze voldoende bekwaam geacht wordt. Vereist is dat het opleidingsniveau aansluit bij de feitelijke taken zoals is omschreven in het praktijkvoorbeeld ‘Modulaire opbouw opleidingen mobiele arbeidsmiddelen’.
  • Wanneer met de heftruck op openbare weg wordt gereden dan beschikt de bestuurder over minimaal een T-rijbewijs voor een motorrijtuig met beperkte snelheid (MMBS). Is het voertuig minder dan 1.3 meter breed inclusief het voorzetstuk, dubbel lucht en andere modificaties, dan is het T-rijbewijs niet vereist. Let op: ook het ‘eigen terrein’ is ‘openbare weg’ als dit door derden vrij toegankelijk is.
  • Periodiek (minimaal jaarlijks) wordt beoordeeld of de afgegeven toestemmingen nog passend zijn.

Brancheafspraak 3: waarborgen van veilig gebruik

De omstandigheden binnen het bedrijf, de gebruikte middelen en het veiligheidsbewustzijn zijn aan verandering onderhevig. Niet iedereen blijft vanzelfsprekend veilig werken en bewust bezig met de veiligheidsrisico’s. Daarom is het nodig periodiek te evalueren of alles nog veilig gebeurt en om het bewustzijn van de medewerkers te prikkelen.

De basis is dat de leiding en collega’s onderling in de dagelijkse gang van zaken toezicht houden en waar nodig corrigerend optreden als er niet volgens de instructies wordt gewerkt. Om te garanderen dat dit ook gebeurt moet er tenminste twee maal per jaar specifiek bekeken worden of iedereen volgens de afspraken werkt. Hiervoor wordt een veiligheidsronde gemaakt en wordt aan medewerkers feedback gegeven over veilige werkwijzes. De bevindingen van de veiligheidsronde worden besproken met de leiding en waar nodig worden aanvullende acties ondernomen om veilig en gezond werken te bevorderen. Van deze evaluatie worden aantekeningen gemaakt met daarin opgenomen welke verbetermaatregelen getroffen zijn in geval er ongewenste situaties zijn geconstateerd. 

In ieder geval zijn daarbij de volgende onderwerpen punt van aandacht:

  • Maatregelen die waarborgen dat aangedreven transportmiddelen niet door onbevoegden gebruikt kunnen worden.
  • Het vrijhouden van zones die vrij moeten blijven (paden, vluchtwegen, nooduitgangen).
  • Het rijgedrag van hef-/reachtruck/EPT chauffeurs.
  • Het gedrag van andere aanwezigen in het magazijn/laad- en losplaatsen die tot risico’s kunnen leiden.
  • Wanneer er een last wordt vervoerd met een truck waardoor het zicht van de chauffeur naar voren is belemmerd (hoger dan 60 cm bij een heftruck), wordt achteruit gereden.
  • Bij het rijden de last zo laag mogelijk houden (niet hoger dan 15 cm geheven), dus niet met een geheven last rijden (zicht en kantelgevaar).
  • Het veilig laden en onderhouden van accu’s (in overeenstemming met de afspraken in de deelcatalogus ‘Veilige magazijninrichting’ Branche-afspraak ‘Veilig acculaden’).

Brancheafspraak 4: technische waarborgen veilig gebruik transportmiddelen

Inspectie en onderhoud

  • Er zijn afspraken gemaakt over wie welke inspecties, onderhoud en reparatie mag c.q. moet doen, zowel voor het voertuig als voor de toebehoren (acculaders, opzetstukken, hijsbanden/-kettingen, e.a. hulpmiddelen). De arbeidsmiddelen worden minimaal 1x per jaar gekeurd. De personen of partijen die dat doen zijn voldoende bekwaam.
  • Er is een instructie voor dagelijkse inspectie en afspraken voor periodieke inspectie en onderhoud van de transportmiddelen en toebehoren. Bij constatering van gebreken die de veiligheid in gevaar kunnen brengen, wordt het arbeidsmiddel niet gebruikt, maar meteen gerepareerd of vervangen.

Technische voorzieningen

  • Aangedreven mobiele transportmiddelen zijn uitgerust met een voorziening zodat zij niet in beweging kunnen gaan als de bestuurder het voertuig heeft verlaten.
  • Hef- en reachtrucks zijn uitgerust met een veiligheidsgordel of -beugel of andere voorzieningen die bij kantelen er voor zorgen dat de medewerker geen onnodig letsel oploopt. Deze voorzieningen worden steeds gebruikt, tenzij een schriftelijk onderbouwde andere werkwijze een gelijkwaardig veiligheidsniveau waarborgt.
  • Als bij het manoeuvreren van hef- en reachtrucks het risico bestaat dat zij met de mast of met de last in aanraking komen met obstakels zoals dakdelen, balken, leidingen, kraanbanen, dan zijn er doeltreffende maatregelen genomen om dit te voorkomen (begrenzing maximale reikhoogte, afscherming, markering).
  • Voorzetstukken en andere hulpstukken die worden toegepast op de heftruck of reachtruck zijn goedgekeurde arbeidsmiddelen, die volgens de gebruiksvoorschriften van de heftruck in combinatie met die truck gebruikt mogen worden. De gebruiker is voldoende specifiek opgeleid/geïnstrueerd om met gebruik van deze hulpstukken de truck te bedienen (is dus bekend met de consequenties van het hulpstuk). Als met de truck hijswerkzaamheden gedaan worden dan is degene die de bediening doet en degene die de last bevestigd hiertoe specifiek opgeleid of geïnstrueerd. Er wordt alleen gebruik gemaakt van goedgekeurde hijsmiddelen (zie ook de brancheafspraak ‘Verticaal transporteren’). Voor ieder hulpstuk is een gebruiksinstructie beschikbaar en er is een goed zichtbaar lastdiagram beschikbaar voor ieder hulpstuk. Hulpstukken worden in combinatie met de truck tenminste jaarlijks gekeurd.
  • Bij laaddocks of -perrons is een voorziening beschikbaar die ongecontroleerd wegrijden/wegrollen van de te beladen/af te laden voertuigen voorkomt (zie ook ‘Veilige magazijninrichting’).
  • De heftruck/het voertuig waar mee gereden wordt op de openbare weg beschikt over de vereiste voorzieningen en in ieder geval is deze uitgerust met:
    - 2 lampen aan voorzijde
    - richtingaanwijzers
    - waarschuwingsknipperlichten
    - aan achterzijde 2 achterlichten, 2 remlichten en 2 rood retroreflectoren
    - rood reflecterende driehoek met afgeknotte hoeken
    - vorkbeveiliging
    - bij een open cabine :1 linkerbuitenspiegel, bij een gesloten cabine een linker- en een rechterbuitenspiegel.

    Extra voorzieningen, zoals b.v. de blue spot (blauw licht) zijn op de openbare weg niet toegelaten.
    De maximale snelheid van een heftruck op de openbare weg is 25 km/h

Als met de heftruck langere afstanden (>100 m) afgelegd worden of op de openbare weg gereden wordt, dan moeten de vorken afgeschermd zijn. Hiervoor kunnen opsteekhoezen gebruikt worden of beter, een afschermbeugel die beide vorkpunten gelijktijdig afschermt. Voor meer informatie zie bijvoorbeeld http://www.logistiek-vc.nl/intern-transport-beveiligingen-op-rond-mobiel-intern-transportmaterieel/id417-vorkbeveiliging.html .

Goede praktijken bij deze brancheafspraken:

Print dit artikelE-mail dit artikel

Veilig gebruik heftrucks en andere mobiele transportmiddelen (BRANCHEAFSPRAAK)

Aanrijdingen en andere ongevallen met heftrucks en andere rijdende transportmiddelen komen nog te veel voor. Deze zijn tegen te gaan door een goede inrichting van het gebouw en terrein, maar vooral door veilig gedrag van gebruikers. Naast veiligheidsrisico’s zijn er ook gezondheidsrisico’s verbonden voor gebruikers. Een belangrijk deel van de medewerkers in de sector maakt gebruik van mobiele transportmiddelen. Om te zorgen dat gebruikers en omstanders geen ongevallen overkomen zijn op sectorniveau afspraken gemaakt over een veilig en gezond gebruik van mobiele transportmiddelen.

Voor een veilige inrichting van de werkomgeving waar mobiele transportmiddelen gebruikt worden zie het onderdeel ‘Veilige magazijninrichting’. Wat betreft het veilig gebruiken van de mobiele transportmiddelen zijn de volgende onderdelen in uw arbobeleid vereist:

  1. Aanwijzen van verantwoordelijke persoon die toeziet op alle maatregelen voor veilig gebruik van transportmiddelen.
  2. Bepalen wie, onder welke voorwaarden, welke mobiele arbeidsmiddelen mag bedienen: duidelijke afspraken maken dat alleen aangewezen medewerkers werken met deze middelen.
  3. Zorgen dat de gebruikers voldoende opgeleid zijn en blijven, om de middelen veilig te gebruiken en zich te houden aan de voorschriften voor geoorloofd gebruik.
  4. Zorgen dat de veilige werkwijze ook in de praktijk wordt toegepast (bewust houden en toezicht houden).
  5. Het zorgen dat de gebruikte transportmiddelen veilig zijn.

Om hier invulling aan te geven worden in deze brancheafspraak richtlijnen gegeven en hulpmiddelen geboden.

Brancheafspraak 1: geoorloofd gebruik

  • Degene die in het bedrijf is aangewezen als verantwoordelijke bepaalt het ‘toestaan van gebruik’ van mobiele arbeidsmiddelen en toetst minimaal op de criteria van de Arbocatalogus.
  • Voor alle aangedreven mobiele transportmiddelen is bepaald aan welke (opleidings-) eisen de gebruiker moet voldoen om er mee te mogen werken. Dit geldt voor alle aangedreven transportmiddelen: w.o. elektrisch aangedreven palletwagens, elektrische pallet truck (EPT), orderverzameltrucks, heftrucks en reachtrucks. De inventarisatie gebeurt minimaal op het niveau zoals is beschreven in het praktijkvoorbeeld ‘Modulaire opbouw opleiden mobiele arbeidsmiddelen’.
  • Er is een nadere inventarisatie gedaan van werkzaamheden waarbij een risico op kantelen van de heftruck of reachtruck denkbaar is. Hiervoor zijn zo nodig specifieke maatregelen genomen en instructies gegeven aan de gebruikers.
  • Als gebruik gemaakt wordt van opzetstukken of andere aanpassingen aan het transportmiddel, dan wordt hiervan apart aangegeven onder welke voorwaarden deze gebruikt mogen worden en door wie.
  • Als mobiele transportmiddelen waar op meegereden wordt meer dan twee uur per dag door de medewerker gebruikt worden, dan zijn instructies gegeven hoe te hoge trillingsbelasting wordt tegengegaan (rugschade voorkomen).

Brancheafspraak 2: alleen voldoende opgeleide en geïnstrueerde gebruikers bedienen de middelen.

Medewerkers die transportmiddelen gebruiken zijn daarvoor toereikend opgeleid of geïnstrueerd. Hiervoor gelden de volgende afspraken:

  • Voor het gebruiken van transportmiddelen geldt als minimumvereiste dat de persoon een bij de taken passende opleiding en instructie heeft gehad en de vaardigheden ook op voldoende niveau heeft gehouden. Het hebben van een basis heftruckcertificaat is niet voor alle taken toereikend. Passende opleiding en instructie voldoet aan de brancheafspraak ‘Opleiding veilig gebruik mobiele arbeidsmiddelen’. Voordat een medewerker met een arbeidsmiddel gaat werken wordt beoordeeld of deze voldoende bekwaam geacht wordt. Vereist is dat het opleidingsniveau aansluit bij de feitelijke taken zoals is omschreven in het praktijkvoorbeeld ‘Modulaire opbouw opleidingen mobiele arbeidsmiddelen’.
  • Wanneer met de heftruck op openbare weg wordt gereden dan beschikt de bestuurder over minimaal een T-rijbewijs voor een motorrijtuig met beperkte snelheid (MMBS). Is het voertuig minder dan 1.3 meter breed inclusief het voorzetstuk, dubbel lucht en andere modificaties, dan is het T-rijbewijs niet vereist. Let op: ook het ‘eigen terrein’ is ‘openbare weg’ als dit door derden vrij toegankelijk is.
  • Periodiek (minimaal jaarlijks) wordt beoordeeld of de afgegeven toestemmingen nog passend zijn.

Brancheafspraak 3: waarborgen van veilig gebruik

De omstandigheden binnen het bedrijf, de gebruikte middelen en het veiligheidsbewustzijn zijn aan verandering onderhevig. Niet iedereen blijft vanzelfsprekend veilig werken en bewust bezig met de veiligheidsrisico’s. Daarom is het nodig periodiek te evalueren of alles nog veilig gebeurt en om het bewustzijn van de medewerkers te prikkelen.

De basis is dat de leiding en collega’s onderling in de dagelijkse gang van zaken toezicht houden en waar nodig corrigerend optreden als er niet volgens de instructies wordt gewerkt. Om te garanderen dat dit ook gebeurt moet er tenminste twee maal per jaar specifiek bekeken worden of iedereen volgens de afspraken werkt. Hiervoor wordt een veiligheidsronde gemaakt en wordt aan medewerkers feedback gegeven over veilige werkwijzes. De bevindingen van de veiligheidsronde worden besproken met de leiding en waar nodig worden aanvullende acties ondernomen om veilig en gezond werken te bevorderen. Van deze evaluatie worden aantekeningen gemaakt met daarin opgenomen welke verbetermaatregelen getroffen zijn in geval er ongewenste situaties zijn geconstateerd. 

In ieder geval zijn daarbij de volgende onderwerpen punt van aandacht:

  • Maatregelen die waarborgen dat aangedreven transportmiddelen niet door onbevoegden gebruikt kunnen worden.
  • Het vrijhouden van zones die vrij moeten blijven (paden, vluchtwegen, nooduitgangen).
  • Het rijgedrag van hef-/reachtruck/EPT chauffeurs.
  • Het gedrag van andere aanwezigen in het magazijn/laad- en losplaatsen die tot risico’s kunnen leiden.
  • Wanneer er een last wordt vervoerd met een truck waardoor het zicht van de chauffeur naar voren is belemmerd (hoger dan 60 cm bij een heftruck), wordt achteruit gereden.
  • Bij het rijden de last zo laag mogelijk houden (niet hoger dan 15 cm geheven), dus niet met een geheven last rijden (zicht en kantelgevaar).
  • Het veilig laden en onderhouden van accu’s (in overeenstemming met de afspraken in de deelcatalogus ‘Veilige magazijninrichting’ Branche-afspraak ‘Veilig acculaden’).

Brancheafspraak 4: technische waarborgen veilig gebruik transportmiddelen

Inspectie en onderhoud

  • Er zijn afspraken gemaakt over wie welke inspecties, onderhoud en reparatie mag c.q. moet doen, zowel voor het voertuig als voor de toebehoren (acculaders, opzetstukken, hijsbanden/-kettingen, e.a. hulpmiddelen). De arbeidsmiddelen worden minimaal 1x per jaar gekeurd. De personen of partijen die dat doen zijn voldoende bekwaam.
  • Er is een instructie voor dagelijkse inspectie en afspraken voor periodieke inspectie en onderhoud van de transportmiddelen en toebehoren. Bij constatering van gebreken die de veiligheid in gevaar kunnen brengen, wordt het arbeidsmiddel niet gebruikt, maar meteen gerepareerd of vervangen.

Technische voorzieningen

  • Aangedreven mobiele transportmiddelen zijn uitgerust met een voorziening zodat zij niet in beweging kunnen gaan als de bestuurder het voertuig heeft verlaten.
  • Hef- en reachtrucks zijn uitgerust met een veiligheidsgordel of -beugel of andere voorzieningen die bij kantelen er voor zorgen dat de medewerker geen onnodig letsel oploopt. Deze voorzieningen worden steeds gebruikt, tenzij een schriftelijk onderbouwde andere werkwijze een gelijkwaardig veiligheidsniveau waarborgt.
  • Als bij het manoeuvreren van hef- en reachtrucks het risico bestaat dat zij met de mast of met de last in aanraking komen met obstakels zoals dakdelen, balken, leidingen, kraanbanen, dan zijn er doeltreffende maatregelen genomen om dit te voorkomen (begrenzing maximale reikhoogte, afscherming, markering).
  • Voorzetstukken en andere hulpstukken die worden toegepast op de heftruck of reachtruck zijn goedgekeurde arbeidsmiddelen, die volgens de gebruiksvoorschriften van de heftruck in combinatie met die truck gebruikt mogen worden. De gebruiker is voldoende specifiek opgeleid/geïnstrueerd om met gebruik van deze hulpstukken de truck te bedienen (is dus bekend met de consequenties van het hulpstuk). Als met de truck hijswerkzaamheden gedaan worden dan is degene die de bediening doet en degene die de last bevestigd hiertoe specifiek opgeleid of geïnstrueerd. Er wordt alleen gebruik gemaakt van goedgekeurde hijsmiddelen (zie ook de brancheafspraak ‘Verticaal transporteren’). Voor ieder hulpstuk is een gebruiksinstructie beschikbaar en er is een goed zichtbaar lastdiagram beschikbaar voor ieder hulpstuk. Hulpstukken worden in combinatie met de truck tenminste jaarlijks gekeurd.
  • Bij laaddocks of -perrons is een voorziening beschikbaar die ongecontroleerd wegrijden/wegrollen van de te beladen/af te laden voertuigen voorkomt (zie ook ‘Veilige magazijninrichting’).
  • De heftruck/het voertuig waar mee gereden wordt op de openbare weg beschikt over de vereiste voorzieningen en in ieder geval is deze uitgerust met:
    - 2 lampen aan voorzijde
    - richtingaanwijzers
    - waarschuwingsknipperlichten
    - aan achterzijde 2 achterlichten, 2 remlichten en 2 rood retroreflectoren
    - rood reflecterende driehoek met afgeknotte hoeken
    - vorkbeveiliging
    - bij een open cabine :1 linkerbuitenspiegel, bij een gesloten cabine een linker- en een rechterbuitenspiegel.

    Extra voorzieningen, zoals b.v. de blue spot (blauw licht) zijn op de openbare weg niet toegelaten.
    De maximale snelheid van een heftruck op de openbare weg is 25 km/h

Als met de heftruck langere afstanden (>100 m) afgelegd worden of op de openbare weg gereden wordt, dan moeten de vorken afgeschermd zijn. Hiervoor kunnen opsteekhoezen gebruikt worden of beter, een afschermbeugel die beide vorkpunten gelijktijdig afschermt. Voor meer informatie zie bijvoorbeeld http://www.logistiek-vc.nl/intern-transport-beveiligingen-op-rond-mobiel-intern-transportmaterieel/id417-vorkbeveiliging.html .

Goede praktijken bij deze brancheafspraken: