Cookievoorkeuren
InstellingenIk ga akkoord

Opleiding van BHV-ers (BRANCHEAFSPRAAK)

Voorop staat dat de BHV’ers beschikken over een opleiding die past bij de risico’s in hun bedrijf en de hen opgedragen taken. Dit zal anders zijn bij kleine weinig complexe bedrijven dan bij grote bedrijven waar veel personen aanwezig zijn, situaties minder goed te overzien zijn. De risico’s moeten naar voren komen uit de RI&E. De taken zijn bepaald in de plannen, procedures en instructies. Bijzondere taken zijn bijvoorbeeld het leidinggeven tijdens ontruimingen (Hoofd BHV, ploegleider) of het dragen van ademluchtbeschermingsmiddelen.

De benodigde opleiding voor leden van de BHV-organisatie wordt samengevat in een opleidingsplan waarin opleidingen en/of herhalingscursussen zijn ingepland.

De BHV-opleiding en -training wordt zoveel als mogelijk afgestemd op de specifieke omstandigheden binnen het bedrijf. Dit houdt onder meer in dat uw bedrijfsnoodplan uitgangspunt is en oefeningen zoveel als mogelijk in de eigen bedrijfssituatie worden uitgevoerd.

Breng dit minimaal in kaart op het niveau van onderstaand overzicht. Bepaal aan de hand daarvan bij de inrichting van de BHV-organisatie hoeveel BHV’ers met welk opleidingsniveau nodig zijn en hoe hun kennis en vaardigheid op peil gehouden wordt.

Kleine bedrijven zonder specifieke risico’s

Basisopleiding BHV

  • Eerste hulp (bij ongevallen)
  • Brandbestrijding
  • Ontruiming

Grote bedrijven en bedrijven met specifieke risico’s


Basisopleiding BHV (zie boven) +

Aanvullende opleiding afhankelijk van specifieke risico’s

  • BHV Adembescherming
  • BHV Eerste hulp gevaarlijke stoffen
  • BHV Procedure gevaarlijke stoffen
  • Beheerder brandmeldinstallatie
  • Ploegleider BHV / Hoofd BHV

De taakgebieden bestaan samengevat uit het uitvoeren van levensreddende eerste handelingen, brandbestrijding, alarmeren en evacuatie. Deze zijn nader uitgewerkt in het ‘praktijkvoorbeeld Opleidingsprofiel BHV’. Soms is het zinvol dat een BHV’er alle taakgebieden beheerst. Noodzakelijk is dit niet. Het bedrijf kan ook kiezen om BHV’ers slechts één taak, zoals bijvoorbeeld ontruimen, te laten uitvoeren en ook alleen voor die taak op te leiden.

Aan de hand van de RI&E en in samenspraak met de OR of PVT (bij het ontbreken daarvan: met de belanghebbende medewerkers) stelt de werkgever vast welke opleidingen, trainingen en herhalingsdagen noodzakelijk zijn om de BHV-organisatie op peil te brengen en te houden.

Opleiding basisopleiding en herhalingslessen
Een bedrijf zonder bijzondere risico’s (inventarisatie in RI&E) kan over het algemeen toe met een cursus die voldoet aan het zogenaamde ‘opleidingsprofiel’. Minimaal is hiervoor 1 dag noodzakelijk inclusief praktische oefeningen. Voor het praktijkgedeelte is de maximale groepsgrootte 12 personen per opleider. Om de kennis voldoende paraat te houden zijn herhalingslessen noodzakelijk. Minimaal 1x per 2 jaren dient dit te gebeuren. Het is echter wenselijk tenminste jaarlijks een herhalingsdag te hebben.

Bijzondere opleidingen
Als bijzondere risico’s aanwezig zijn, is het nodig aanvullende maatregelen te nemen of een bijzondere opleiding te volgen. Een risico-verhogende factor is bijvoorbeeld als er vaak derden in het bedrijf aanwezig zijn, als met gevaarlijke arbeidsmiddelen (met knel-, plet-, snij- of valgevaar) of met gevaarlijke stoffen wordt gewerkt. De kans op en de mogelijke gevolgen van een ongeval zijn dan groter. De bijzondere risico’s komen naar voren in de RI&E. Wanneer deze spelen moet de BHV’er daarop voorbereid zijn.

Brandbestrijdingsopleidingen
Ook voor brandbestrijding zijn aanvullende cursussen mogelijk. Kies hier voor als uit de RI&E blijkt dat het noodzakelijk is. Denk aan cursussen voor ‘Werken met adembescherming’ of ‘Werken met beschermende kleding’ . BHV’ers weten door deze opleiding hoe ze -met inachtneming van de eigen veiligheid - langer in rokerige ruimten kunnen blijven of kunnen optreden bij ongevallen met gevaarlijke stoffen.

Uit de RI&E kan zelfs blijken dat een bedrijfsbrandweerorganisatie noodzakelijk is. Bijvoorbeeld bij opslag van grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen. Hiervoor kan de Veiligheidsregio een aanwijzing geven (art. 31 Wet Veiligheidsregio’s of wet BES) vanwege evt. grote risico’s voor de omgeving bij een brand of andere calamiteit. Het oprichten van de bedrijfsbrandweer valt verder buiten het bestek van deze arbocatalogus.

Gevaarlijke stoffen
Voor bedrijven die met gevaarlijke stoffen werken, zijn extra opleidingen of instructies vaak noodzakelijk. Veel opleiders bieden een speciale cursus voor BHV’ers over ‘hoe om te gaan met een gevaarlijke stoffen incident’.

Eerste Hulpverlenerscursus (EHBO)
Op grond van de RI&E kan het nodig zijn dat medewerkers een EHBO-diploma halen. Een EHBO’er kan meer EHBO taken uitvoeren dan een BHV’er met alleen basiscursus BHV. De basiscursus BHV beslaat voornamelijk levensreddende handelingen. Als de BHV’er een volledige EHBO opleiding heeft, kan het inroepen van externe hulpdiensten vaker achterwege blijven. De eerste hulpverlener (EHBO’er) heeft over het algemeen meer achtergrondkennis van letsels en is vaardiger in het handelen dan de basis BHV’er.

De cursus EHBO wordt o.a. gegeven door het Oranje Kruis in het gehele land. Het diploma is twee jaar geldig. Duur van de cursus is meestal 3 dagen en kan soms ook in de avonduren worden gevolgd (www.ehbo.nl).

Keuze opleidingsinstituut

Aandachtspunten bij de keuze van een opleidingsinstituut zijn:

  • De opleider biedt basis BHV-cursussen aan die voldoen aan het opleidingsprofiel bedrijfshulpverlening.
  • De opleider biedt maatwerk bij de risico’s en de feitelijke situatie in het bedrijf.
  • De opleider werkt volgens de kwaliteitsstandaarden en heeft wat betreft examinering/verstrekken van een certificaat geborgd dat hij getoetst wordt door een onafhankelijke derde partij.
  • De opleider werkt met gekwalificeerde docenten. Zoals de docent brandbestrijding met een aantekening brandweerinstructeur en de instructeur eerste hulp die voldoet aan de eisen van het Oranje Kruis.

Opleiders werken vaak vanuit hun eigen locatie omdat de faciliteiten hier beter en uitgebreider zijn. Het is belangrijk dat de opleiding goed accenten legt op wat in uw bedrijf belangrijk is. Het is daarom wenselijk de opleider eerst te vragen zich te verdiepen in de zaken die in uw bedrijf belangrijk zijn en aan te bevelen waar mogelijk in company op te laten leiden.

Goede praktijken bij deze richtlijn


Print dit artikelE-mail dit artikel

Opleiding van BHV-ers (BRANCHEAFSPRAAK)

Voorop staat dat de BHV’ers beschikken over een opleiding die past bij de risico’s in hun bedrijf en de hen opgedragen taken. Dit zal anders zijn bij kleine weinig complexe bedrijven dan bij grote bedrijven waar veel personen aanwezig zijn, situaties minder goed te overzien zijn. De risico’s moeten naar voren komen uit de RI&E. De taken zijn bepaald in de plannen, procedures en instructies. Bijzondere taken zijn bijvoorbeeld het leidinggeven tijdens ontruimingen (Hoofd BHV, ploegleider) of het dragen van ademluchtbeschermingsmiddelen.

De benodigde opleiding voor leden van de BHV-organisatie wordt samengevat in een opleidingsplan waarin opleidingen en/of herhalingscursussen zijn ingepland.

De BHV-opleiding en -training wordt zoveel als mogelijk afgestemd op de specifieke omstandigheden binnen het bedrijf. Dit houdt onder meer in dat uw bedrijfsnoodplan uitgangspunt is en oefeningen zoveel als mogelijk in de eigen bedrijfssituatie worden uitgevoerd.

Breng dit minimaal in kaart op het niveau van onderstaand overzicht. Bepaal aan de hand daarvan bij de inrichting van de BHV-organisatie hoeveel BHV’ers met welk opleidingsniveau nodig zijn en hoe hun kennis en vaardigheid op peil gehouden wordt.

Kleine bedrijven zonder specifieke risico’s

Basisopleiding BHV

  • Eerste hulp (bij ongevallen)
  • Brandbestrijding
  • Ontruiming

Grote bedrijven en bedrijven met specifieke risico’s


Basisopleiding BHV (zie boven) +

Aanvullende opleiding afhankelijk van specifieke risico’s

  • BHV Adembescherming
  • BHV Eerste hulp gevaarlijke stoffen
  • BHV Procedure gevaarlijke stoffen
  • Beheerder brandmeldinstallatie
  • Ploegleider BHV / Hoofd BHV

De taakgebieden bestaan samengevat uit het uitvoeren van levensreddende eerste handelingen, brandbestrijding, alarmeren en evacuatie. Deze zijn nader uitgewerkt in het ‘praktijkvoorbeeld Opleidingsprofiel BHV’. Soms is het zinvol dat een BHV’er alle taakgebieden beheerst. Noodzakelijk is dit niet. Het bedrijf kan ook kiezen om BHV’ers slechts één taak, zoals bijvoorbeeld ontruimen, te laten uitvoeren en ook alleen voor die taak op te leiden.

Aan de hand van de RI&E en in samenspraak met de OR of PVT (bij het ontbreken daarvan: met de belanghebbende medewerkers) stelt de werkgever vast welke opleidingen, trainingen en herhalingsdagen noodzakelijk zijn om de BHV-organisatie op peil te brengen en te houden.

Opleiding basisopleiding en herhalingslessen
Een bedrijf zonder bijzondere risico’s (inventarisatie in RI&E) kan over het algemeen toe met een cursus die voldoet aan het zogenaamde ‘opleidingsprofiel’. Minimaal is hiervoor 1 dag noodzakelijk inclusief praktische oefeningen. Voor het praktijkgedeelte is de maximale groepsgrootte 12 personen per opleider. Om de kennis voldoende paraat te houden zijn herhalingslessen noodzakelijk. Minimaal 1x per 2 jaren dient dit te gebeuren. Het is echter wenselijk tenminste jaarlijks een herhalingsdag te hebben.

Bijzondere opleidingen
Als bijzondere risico’s aanwezig zijn, is het nodig aanvullende maatregelen te nemen of een bijzondere opleiding te volgen. Een risico-verhogende factor is bijvoorbeeld als er vaak derden in het bedrijf aanwezig zijn, als met gevaarlijke arbeidsmiddelen (met knel-, plet-, snij- of valgevaar) of met gevaarlijke stoffen wordt gewerkt. De kans op en de mogelijke gevolgen van een ongeval zijn dan groter. De bijzondere risico’s komen naar voren in de RI&E. Wanneer deze spelen moet de BHV’er daarop voorbereid zijn.

Brandbestrijdingsopleidingen
Ook voor brandbestrijding zijn aanvullende cursussen mogelijk. Kies hier voor als uit de RI&E blijkt dat het noodzakelijk is. Denk aan cursussen voor ‘Werken met adembescherming’ of ‘Werken met beschermende kleding’ . BHV’ers weten door deze opleiding hoe ze -met inachtneming van de eigen veiligheid - langer in rokerige ruimten kunnen blijven of kunnen optreden bij ongevallen met gevaarlijke stoffen.

Uit de RI&E kan zelfs blijken dat een bedrijfsbrandweerorganisatie noodzakelijk is. Bijvoorbeeld bij opslag van grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen. Hiervoor kan de Veiligheidsregio een aanwijzing geven (art. 31 Wet Veiligheidsregio’s of wet BES) vanwege evt. grote risico’s voor de omgeving bij een brand of andere calamiteit. Het oprichten van de bedrijfsbrandweer valt verder buiten het bestek van deze arbocatalogus.

Gevaarlijke stoffen
Voor bedrijven die met gevaarlijke stoffen werken, zijn extra opleidingen of instructies vaak noodzakelijk. Veel opleiders bieden een speciale cursus voor BHV’ers over ‘hoe om te gaan met een gevaarlijke stoffen incident’.

Eerste Hulpverlenerscursus (EHBO)
Op grond van de RI&E kan het nodig zijn dat medewerkers een EHBO-diploma halen. Een EHBO’er kan meer EHBO taken uitvoeren dan een BHV’er met alleen basiscursus BHV. De basiscursus BHV beslaat voornamelijk levensreddende handelingen. Als de BHV’er een volledige EHBO opleiding heeft, kan het inroepen van externe hulpdiensten vaker achterwege blijven. De eerste hulpverlener (EHBO’er) heeft over het algemeen meer achtergrondkennis van letsels en is vaardiger in het handelen dan de basis BHV’er.

De cursus EHBO wordt o.a. gegeven door het Oranje Kruis in het gehele land. Het diploma is twee jaar geldig. Duur van de cursus is meestal 3 dagen en kan soms ook in de avonduren worden gevolgd (www.ehbo.nl).

Keuze opleidingsinstituut

Aandachtspunten bij de keuze van een opleidingsinstituut zijn:

  • De opleider biedt basis BHV-cursussen aan die voldoen aan het opleidingsprofiel bedrijfshulpverlening.
  • De opleider biedt maatwerk bij de risico’s en de feitelijke situatie in het bedrijf.
  • De opleider werkt volgens de kwaliteitsstandaarden en heeft wat betreft examinering/verstrekken van een certificaat geborgd dat hij getoetst wordt door een onafhankelijke derde partij.
  • De opleider werkt met gekwalificeerde docenten. Zoals de docent brandbestrijding met een aantekening brandweerinstructeur en de instructeur eerste hulp die voldoet aan de eisen van het Oranje Kruis.

Opleiders werken vaak vanuit hun eigen locatie omdat de faciliteiten hier beter en uitgebreider zijn. Het is belangrijk dat de opleiding goed accenten legt op wat in uw bedrijf belangrijk is. Het is daarom wenselijk de opleider eerst te vragen zich te verdiepen in de zaken die in uw bedrijf belangrijk zijn en aan te bevelen waar mogelijk in company op te laten leiden.

Goede praktijken bij deze richtlijn